In 2022 kregen 12.000 mensen in Nederland de diagnose dikkedarm- of endeldarmkanker. Dat zijn er bijna 1.000 minder dan in 2021. Daarmee is darmkanker de enige veelvoorkomende kankersoort waarbij het aantal diagnoses afneemt. Dat is te danken aan het bevolkingsonderzoek darmkanker.
Sinds 2014 krijgen alle Nederlanders tussen 55 en 75 jaar een uitnodiging voor een darmkankerscreening, met een toelichting en een zelfafnametest. Sinds de invoering van deze landelijke aanpak neemt het aantal diagnoses van darmkanker gestaag af.
Het succes is te danken aan de hoge deelnemersgraad: ruim 70 procent stuurt de zelfafnametest in voor analyse. Bij een verdachte uitslag volgt een coloscopie, waarbij verdachte poliepen (voorlopers van darmkanker) en tumoren worden verwijderd.
Meer vroegtijdige opsporing
Tevens wordt sinds de invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker vaker in een lager stadium gediagnosticeerd. Het stadium is een maat voor de uitgebreidheid van de ziekte. Hoe lager het stadium van de tumor, hoe beter te behandelen en hoe beter de prognose. Zo is de vijfjaars-overleving van stadium I-tumoren rond de 95 procent, terwijl de vijfjaars-overleving voor stadium IV-tumoren slechts 12 tot 14 procent bedraagt. In 2021 is het aantal diagnoses stadium I-tumor gestegen van 18 naar 31 procent. Tegelijk nam het aandeel stadium IV-tumoren -de meest ernstige vorm- af van 26 procent in 2015 naar 19 procent in 2021.
Meer informatie
Meer cijfers over darmkanker? Kijk op iknl.nl/darmkanker