De R zit in de maand….. Was dat vroeger (voor de ouderen onder ons) tijd voor levertraan, sinds een groot aantal jaren is het de griepprik die er dan weer aankomt. Bedoeld voor 60-plussers en een aantal risicogroepen, zoals mensen met hart- of longproblemen, diabetes of mensen met weinig weerstand. Een aantal van hen gebruikt antistollingsmedicatie. In dat geval moet de griepvaccinatie onderhuids worden gezet in plaats van in de spier. Door het gebruik van antistollingsmedicatie is de kans op een bloeding namelijk groter
De trombosediensten zullen hun patiënten wel wijzen op dat risico, met de mededeling dit te vermelden aan degene die de griepprik zet. Maar: juist omdat de trombosedienst de meeste contacten heeft met de patiënt, is het zaak voor de huisarts om extra aandacht te hebben voor de eigen patiënten in de praktijk die antistollingsmiddelen gebruiken en die worden opgeroepen voor de jaarlijkse griepvaccinatie.
Regionale afspraken
Het maken van werkafspraken over taken en verantwoordelijkheden alsmede over de kwaliteit en wijze van informatieverstrekking tussen huisarts, apotheker, trombosedienstarts en tandarts verlaagt het risico op vermijdbare complicaties. Een bloeding vanwege een griepprik is zo’n vermijdbaar risico. Overeenkomstig de ‘LESA antistolling’ moeten de huisarts en de trombosedienstarts regionaal afspreken over op welke wijze de patiënt, die antistolling gebruikt, wordt geïnformeerd bij grootschalige vaccinatiecampagnes, zoals bij de griepvaccinatie.
