Een beslisregel kan huisartsen helpen bij de patiënten die zich melden op het spreekuur met pijn in de borst. Dat zijn er zo’n 600 tot 1200 per dag. Verwijzing naar de tweede lijn is niet altijd noodzakelijk. De Marbug Heart Score (MHS) is een ontwikkelde en gevalideerde beslisregel in de eerste lijn om een cardiale oorzaak te kunnen uitsluiten. In Duitsland wordt deze al gebruikt. Onderzoek richt zich op de combinatie van MHS en POCT troponine in een klinische beslisregel voor pijn op de borst.
Bij klachten over pijn op de borst denkt de huisarts in 40% aan een cardiale oorzaak. Terwijl het veel waarschijnlijker gaat om musculoskeletale pijn, gastro-intestinale klachten of een psychische stoornis. Er is namelijk slechts in 4 tot 7% sprake van een acuut coronair syndroom.
Onderscheid maken is lastig
Volgens de NHG-Standaarden Acuut coronair syndroom en Stabiel angina pectoris moet de huisarts op basis van anamnese en lichamelijk onderzoek onderscheid maken tussen een potentieel levensbedreigende cardiale oorzaak of een andere diagnose die vaak veel minder ernstig is. De in de literatuur gerapporteerde sensiviteit hiervan varieert van 69 tot 88%, dus op basis hiervan kan niet met zekerheid een cardiale oorzaak worden uitgesloten. Laagdrempelige verwijzing naar de tweede lijn vindt daarom veel plaats.
Hulpmiddel gewenst
Er is in de huisartsenpraktijk daarom behoefte aan een hulpmiddel om een cardiale oorzaak veilig te kunnen uitsluiten. Een beslisregel zou hierbij behulpzaam kunnen zijn. Er zijn reeds verschillende klinische beslisregels ontwikkeld, zij het alleen voor de tweede lijn. Er is slechts één beslisregel ontwikkeld en extern gevalideerd in de eerste lijn: de Marbug Heart Score (MHS). Deze wordt reeds in Duisland gebruikt.
Onderzoek naar klinische beslisregel voor pijn op de borst
Daarnaast is recent een point-of-caretest (POCT) voor troponine beschikbaar gekomen. Door de MHS en POCT troponine te combineren in een klinische beslisregel, wordt onderzocht of de huisarts met dat hulpmiddel een cardiale oorzaak van pijn op de borst veilig kan uitsluiten. Is dat het geval, dan kan dat leiden tot een daling van het aantal onnodige verwijzingen naar de tweede lijn van zo’n 10%, maar uiteraard leidt het ook tot minder onzekerheid van bij huisarts en de patiënt en tot lagere gezondheidskosten. Het Leidse onderzoek start in 2020 en de eerste resultaten worden verwacht in 2021.
Bron: H&W
