Er zijn verschillende point-of-care-testen beschikbaar voor het stellen van een diagnose bij kinderen met infecties. Maar worden deze ook gebruikt? Recent is onderzoek gedaan naar de inzet van POCT In Europese landen door (kinder)artsen. Conclusie: er is sprake van een aanzienlijke variatie.
Het onderzoek is uitgevoerd onder kinderartsen en artsen in de eerste lijn, met als insteek om de beschikbaarheid en het gebruik van POCT’s met elkaar te vergelijken. Daaruit blijkt dat de beschikbaarheid van point-of-care-testen verschilt van land tot land. Of een arts wel of geen gebruik maakt van POCT heeft meer te maken met het land waar hij werkzaam is, dan met de werkplek op zich.
Urine-dipsticks
Urine-dipsticks waren beschikbaar in ruim 80 procent van de onderzochte landen. Voor het gebruik van lactaat-meting en CRP-sneltest was dit percentage aanzienlijk lager. Op individueel niveau geven de meeste kinderartsen en huisartsen desgevraagd aan dat ze een diagnostische test zouden gebruiken in het scenario van een baby met ongedifferentieerd met de koorts.
Vervolgonderzoek nodig
Verder onderzoek is nodig om te achterhalen waarom er zoveel verschil bestaat tussen de diverse Europese landen. Ook zou vervolgonderzoek moeten aantonen wat de rol van POCT is bij de behandeling van acute infecties bij kinderen en is het zinvol om te achterhalen waar de artsen behoefte aan hebben ten aanzien van diagnostische sneltesten bij kinderen.
Meer informatie
Zie de publicatie: Availability and use of rapid diagnostic tests for the management of acute childhood infections in Europe: A cross-sectional survey of paediatrician