In Nederland zijn er circa 400.000 trombosepatiënten die regelmatig hun bloedstollingswaarde in de gaten moeten houden. Na een training kunnen de meeste van hen zelf thuis aan de slag met de eigen antistollingsbehandeling. Middels een vingerprik kan de INR-waarde op een beveiligde manier worden doorgegeven aan een trombosedienst. Een zelfzorgmethode waar steeds meer gebruik van wordt gemaakt.
Voorheen moesten ze standaard naar een prikpost om deze waarden te laten bepalen of kwam er een trombosedienst bij de patiënt thuis. Door nieuwe methoden en technieken is dat inmiddels niet altijd meer nodig. Via een simpele vingerprik kunnen mensen zichzelf prikken en de INR-waarden via een beveiligde wijze doorgegeven. Op die wijze worden de trombose-en bloedingsrisico in de gaten gehouden en waar nodig wordt een aangepast doseer-schema doorgegeven.
Betrouwbaar
Nog steeds denken veel mensen dat de zelfmeetmethode minder betrouwbaar is dan het prikken bij de trombosedienst. Ten onrechte. Wetenschappelijk onderzoek – gepubliceerd in The Lancet – toont dat dat zeker niet het geval is en dat er zelfs sprake is van minder complicaties. Nog steeds kunnen meer antistollingsgebruikers gebruik maken van het zelfzorgprogramma dan nu het geval is. Onwetendheid, onbekendheid en onterechte angst zijn de meest voorkomende redenen.
Begeleiding
Omdat het nog steeds nodig is om minimaal een maal per jaar bijvoorbeeld de nier- en leverfunctie van patiënten te controleren blijft begeleiding bij antistollingszorg in de vorm van een bezoek aan een trombosedienst zinvol. Echter: patiënten zijn met zelfzorg minder afhankelijk van de prikpost en worden dus ook minder vaak geconfronteerd met hun ziekte.
Behandeling
De behandeling van trombose is beslist een uitdaging. Het is namelijk bijzonder lastig om iets tegen trombose te doen. Dit komt doordat het lichaam de enige factor is die trombose echt kan uitschakelen. Trombose wordt dan met recht getypeerd als een hardnekkige en gecompliceerde aandoening. Medicatie zoals antistollingsmiddelen bieden hierbij een ondersteunende factor.