Het aantal AED’s (Automatisch Externe Defibrillator) in Nederland is in drie jaar toegenomen van 10.000 naar 25.000. Een prachtig resultaat op weg naar een landelijk dekkend AED-netwerk. Om dat echt te bereiken, moeten ook de laatste 1.775 AED-loze zones worden aangepakt.
Door de toename van het aantal AED’s en burgerhulpverleners is de kans op overleving van een hartstilstand buiten het ziekenhuis flink gestegen. In de jaren ’90 was de overleving nog 9%, op dit moment is dat bijna 25%. Bij 50% van de oproepen is het een burgerhulpverlener die de AED als eerste aansluit bij het slachtoffer.
Binnen 500 meter
Als iemand in Nederland een hartstilstand krijgt, is de kans groot dat zich binnen 500 meter een AED bevindt, die dag en nacht beschikbaar is. Dat is van belang, want bij een hartstilstand telt elke minuut. Als bij 112 een melding van een hartstilstand binnenkomt, krijgen burgerhulpverleners in de buurt van het slachtoffer een oproep op hun telefoon. Daarin staat of ze direct naar het slachtoffer gaan om te reanimeren of eerst de dichtstbijzijnde AED ophalen.
Lokaal zijn er echter grote verschillen te zien in de AED-dekking. In plaatsen waar de gemeente en burgers betrokken zijn en waar veel actieve stichtingen zijn, is de dekking vaak beter.
Overzicht in kaart gebracht
De Hartstichting en HartslagNu hebben in kaart gebracht waar de laatste AED-loze zones zich bevinden. De kaart laat met rode cirkels de plekken zien waar nog geen AED’s zijn die:
– staan aangemeld bij reanimatie oproepsysteem HartslagNu
– dag en nacht bereikbaar zijn voor de buurt
Om te komen tot een landelijk dekkend netwerk zijn er nog zeker zo’n 1.775 AED’s nodig.
