Studenten van Wageningen University & Research zetten zich in voor de ontwikkeling van een sneltest voor het detecteren van hersenletsel. Het gaat om een innovatieve biosensor die op basis van een druppel bloed kan vaststellen of er sprake is van hersenschade en in welke mate.
Jaarlijks worden er wereldwijd naar schatting vijftig miljoen mensen getroffen door traumatisch hersenletsel. Ze belanden op de eerste hulp of in het ziekenhuis. Momenteel zijn MRI- en CT-scans en neurologische tests de standaardmethoden om het hersenletsel vast te stellen. Deze zijn echter kostbaar en bovendien niet sensitief genoeg om lichtere vormen van letsel op te sporen.
Snelle detectie
Snelle en accurate detectie van hersenletsel is cruciaal voor de juiste behandeling en een optimaal herstel van patiënten. De ontwikkeling van een point-of-care-test is daarom zeer gewenst en dat is precies waar het studententeam SenseWURk’ 23, van Wageningen University & Research, zich mee bezighoudt.
Werkwijze
Daartoe hebben ze een soort microfluïdische chip ontwikkeld. Daar gaat een sample (in dit geval een druppel bloed) doorheen. Op de chip zitten GFAP-antilichamen die de biomarker ‘oppikken’. Later worden daar fluorescerende antilichamen aan toegevoegd. Aan de chip is een pompje bevestigd dat het sample heen en weer pompt. Daardoor heeft de biomarker meerdere kansen om zich te binden aan de antilichamen, waardoor men lagere concentraties van het eiwit in het bloed kan detecteren.
Verdere toepassing
Het studententeam ziet verschillende toepassingsmogelijkheden voor deze biosensor. Met deze sneltest kan na een valpartij, sportongeval of verkeersongeluk binnen enkele minuten worden vastgesteld of er sprake is van hersenletsel en zo ja, de ernst daarvan. Zo kunnen zorgverleners ter plekke beslissen of ziekenhuisopname en/of een extra hersenscan noodzakelijk zijn. Kinderen vinden een CT-scan of MRI meestal vrij heftig en met deze point-of-care-test is dat minder vaak nodig. Zie hier het volledige artikel over deze innovatieve aanpak.
