Met een veel gebruikt DNA-test valt te voorspellen welke patiënten met uitgezaaide darmkanker ongevoelig zijn voor de chemokuur FTD/TPI. Deze chemotherapie is gericht op levensverlenging en wordt als laatste-lijns behandeling gegeven bij mensen met uitgezaaide darmkanker. Op deze wijze blijft de patiënt een onnodige behandeling bespaard.
Dat hebben onderzoekers Nederlands Kanker Instituut aangetoond. Uit het onderzoek blijkt dat patiënten met een G12-mutatie gemiddeld even lang leven met een placebo-behandeling als met de chemotherapie. De G12-mutatie komt veel voor bij mensen met darmkanker.
Ongeveer 25 procent van alle patiënten met uitgezaaide darmkanker heeft deze mutatie in het DNA van de tumor. De chemokuur met trifluridine is bij hen gericht op levensverlenging. Sommigen reageren daar goed op, maar ongeveer een kwart niet en zij hebben alleen last van de nare bijwerkingen. Met een relatief simpele DNA-test kan nu op voorhand al worden bepaald welke patiënten niet zullen profiteren van deze chemotherapie. Dat voorkomt in de laatste levensfase bij deze patiënten veel onnodig leed.
Precisiegeneeskunde
De test is specifiek voor een behandeling met FTD/TPI bij uitgezaaide darmkanker en dus niet voor andere vormen van chemotherapie. Invoering van deze diagnostiek kan eenvoudig, omdat van alle darmkankerpatiënten al wordt bepaald welke mutaties ze hebben in het KRAS-gen in verband met andere behandelingen. Op deze manier komt echt precisiegeneeskunde tot stand. Als dit inderdaad in de praktijk wordt uitgevoerd, zal het voor het eerst zijn dat een genetische test in de dagelijkse patiëntenzorg wordt gebruikt om de uitkomst van een specifieke chemobehandeling te voorspellen.
Meer informatie
De resultaten van de studie zijn gepubliceerd in Nature Medicine. Of zie de toelichtende tekst en bijbehorende video over dit onderzoek op de site van het Anthoni van Leeuwenhoek.
